Ik weet mijn piercing maat niet?
Het kiezen en dragen van de juiste maat piercing is erg belangrijk. Een te korte piercing kan voor beknelling zorgen waardoor je piercing (onnodig) pijn gaat doen en als je pech hebt heb je kans dat je piercing helemaal in je huid trekt als er niet snel wordt ingegrepen. Is je piercing te lang dan blijf je makkelijker aan kleding of haar hangen, ontstaat er vaak irritatie door teveel beweging en heb je kans dat je piercing scheef gaat groeien. Het is dus belangrijk om te weten welke maat je nodig hebt.
Soms is dit makkelijker gezegd dan gedaan maar met deze tips kun je zelf aan de slag om achter jouw maat te komen.
Je hebt verschillende maten bij iedere piercing en als alle maten kloppen draag je je piercing met het meeste plezier.
Laten we beginnen met de dikte
Hieronder vind je een tabel met verschillende diktes en welke piercings vaak deze dikte zijn. MAAR.. omdat iedereen anders is, en iedere piercer anders werkt, kan het zijn dat jouw maat niet hetzelfde is als in de tabel. Daarom is het altijd het beste om je eigen piercing op te meten. Dit zijn slechts veel voorkomende gemiddelden.
0,8 mm | 1,0 mm | 1,2 mm | 1,6 mm | 2 mm of dikker |
Neuspiercing | Neuspiercing | helix/tragus | tong | opgerekte oorlel |
Geschoten oorlel | gepiercedte oorlel | industrial | intiempiercings man | |
conch | tepel | |||
rook | navel | |||
lip vrouw | clithood | |||
wenkbrauw | septum grof | |||
septum fijn |
Je kunt je eigen piercing het beste opmeten met een schuifmaat. Deze schuif je namelijk om de piercing heen en duwt hem aan zodat je de precieze maat af kunt lezen. Omdat de verschillen om tienden van millimeters gaan is het lastig om dit met bijvoorbeeld een meetlijn of liniaal te doen. Ook hebben we een handige tool waarmee je nog makkelijker je piercings op kunt meten. Je pakt je tool en sieraad erbij en kijkt in welk gaatje je piercing past en leest zo de goede maat af.
Dikte van tunnels en plugs
Bij plugs en tunnels met een schroefdraad of met een o-ring schuif je de schuifmaat eromheen en duw je hem aan om de juiste maat te meten. Om sieraden met een opstaande rand te meten meet je altijd het dunste gedeelte van het sieraad. Dus niet de opstaande rand die groter is maar meestal is het dunste stuk ongeveer het midden van de tunnel. Dat is je diktemaat.
De lengte
Er zijn twee manieren om erachter te komen welke lengtemaat je nodig hebt. De eerste manier is om het piercingsieraad zelf te meten. Als je op dit moment al de goede maat piercing draagt kun je deze piercing opmeten met een schuifmaat of de handige meettool. Je meet de afstand tussen de twee balletjes van het staafje. Je meet nooit de schroefdraad of de balletjes zelf mee met het bepalen van de lengte. Als je een gebogen staafje hebt bedenk dan een rechte lijn tussen de balletjes van de piercing. Je meet dus niet langs de kromming van het gebogen staafje maar langs de denkbare rechte lijn tussen de uiteinden.
Heeft de piercing die je nu draagt niet (meer) de goede maat of mag je je piercing nog niet uit doen dan kun je met een schuifmaat de ruimte tussen de uiteinden van je piercing meten in millimeters. Doe dit altijd met schone materialen om infectie te voorkomen! Als je het lastig vindt om zelf te doen vraag dan iemand om hulp.
Je mag best een millimeter speling nemen. Dus als je bijvoorbeeld 5 mm meet kun je ervoor kiezen om een 6 mm te bestellen zodat ie niet te strak maar ook niet te los komt te zitten.
De diameter
het bepalen van de maat van een ring kan wat lastiger zijn omdat je naast de ruimte van de uiteinden van de piercing ook nog rekening moet houden met de zijkant van de ruimte die ervoor nodig is om de ring te plaatsen.
Hoe meet ik de diameter van een ring?
Dat doe je door aan de binnenkant van de ring de ruimte te meten op het wijdste punt. Ook deze maat kun je het makkelijkste meten met een schuifmaat maar is vaak ook wel te doen met een liniaal of meetlint. Als je het laatste gebruikt zorg er dan wel voor dat je alleen de binnendiameter meet en niet de dikte van de ring zelf meeneemt.
Hoe meet ik mijn eigen ringmaat?
Meten is weten.
Als je van rekenen houd kun je voor deze meetmethode gaan (zo niet lees dan hieronder verder bij de pasring). Neem bijvoorbeeld een oor. Het kan zijn dat je ruimte van de voorkant naar de achterkant van je piercing 6 mm is, maar dat wil niet perse zeggen dat een 6 mm ringetje past. Je hebt ook de maat van de ruimte van je piercing gaatje naar het randje van je oor, zowel aan de voor als aan de achterkant, nodig want hier kan veel verschil in zitten. Houd in je hoofd dat de diameter altijd de binnenkant van de ring is dus je begint met meten direct naast het gaatje van je piercing en meet net tot tegen het randje van je oor. Dit doe je hetzelfde aan de achterkant. Stel dit is 7 mm voor en 9 mm achter dan tel je ze samen op (16) en deel je ze door 2 (8). Nu heb je dus als 6 mm van voor naar achter en 8 mm als zijkant gemiddelde, de maat die je nodig hebt is altijd de grootste maat van die twee. Dus 8 mm in dit geval.
De pasring.
Was je me bij de eerste zin al kwijt en schoot je helemaal in de stress dan is een pasring een beter idee. Hiermee zoek je eigenlijk iets dat rond is wat je zelf om je oor kunt schuiven. Dit kan een andere piercing ring zijn, een oorbel, of iets anders dat klein en rond en afgerond is en een opening heeft. Plaats het rondje zo dicht mogelijk bij je piercing en kijk hoe de maat bevalt. Is ie goed dan kun je de ring opmeten en heb je je maat. Is ie te groot of te klein dan schuif je hem alsnog op de hoogte van je piercing maar wat meer naar binnen of buiten en meet je het verschil tussen de pasring en je eigen piercing. Meet de ring op en trek het verschil eraf of tel het erbij op en je hebt je juiste maat.
Diepte van de diameter.
Niet alle ringen zijn altijd helemaal rond. Daarom is het handig om bij afwijkende modellen de diepte van de diameter te weten. Dit meet je hetzelfde als de diameter maar ipv naar links naar rechts te meten meet je van boven naar onder.
De grootte van het topje
Dit kan een bal, spike, cluster of figuur zijn. Hiervan wordt altijd de buitenmaat gemeten. Het makkelijkste is om er een schuifmaat omheen te zetten en deze dicht te knijpen of om je balletje bij de meettool te houden. Maar (vooral iets grotere) topjes kunnen ook op een meetlint of liniaal gelegd worden om de maat af te lezen.
Het draagvlak
Het draagvlak is de ruimte die er is om door je piercing zelf heen te gaan. Deze maat is handig voor klikringen omdat het scharniertje vaak de enige ruimte is om de piercing in te dragen. Maar ook bij tunnels en plugs spreken we van draagvlak, dit is de draagbare lengte van het sieraad.
De korte samenvatting
een schuifmaat of de meettool maakt deze taak een stuk makkelijker en hopelijk kom je er zo uit. Mocht het toch niet lukken dan mag je ons altijd een bericht sturen. Sowieso kun je als je hier je piercing koopt deze eenmalig kosteloos omruilen zolang hij in de verzegelde verpakking zit. Passen is vanwege hygiënische reden natuurlijk niet mogelijk maar zo kun je hem wel voor je piercing houden en een inschatting maken.